Opdrachtgever

Gemeente Meierijstad

Dienst

Advies

Projectleider

Marijn van den Heuvel

Voor de warmtetransitie in Veghel zijn de technische en financiële haalbaarheid van verschillende systemen en gebieden grondig onderzocht. In dit onderzoek beantwoorden we vragen zoals: waarom is wijk A wel geschikt en wijk B niet? En waarom werkt een duurzame oplossing voor woning X in wijk A, maar niet voor woning Y? Ook houden we rekening met situaties waarin een woningcorporatie al kiest voor een all-electric aanpak.

Uit het onderzoek blijkt dat warmte uit oppervlaktewater aantrekkelijk is voor de Bunders. Warmtebronnen zoals geothermie en RWZI’s zijn alleen rendabel bij een hogere afname. Een zeer lage temperatuur (ZLT)-net biedt voor huurders de laagste kosten, al zijn de financiële voordelen voor warmtebedrijven minder groot. Varianten met een lagere afhankelijkheid van gas en hogere elektriciteitsbehoefte hebben een aanzienlijke invloed op het elektriciteitsnet, maar dragen bij aan CO₂-reductie en zijn daarmee het meest duurzaam.

Hoewel collectieve systemen financieel, kijkend naar eindgebruikerskosten en nationale kosten, niet altijd aantrekkelijker zijn dan individuele all-electric oplossingen, kan een collectief systeem toch voordelig worden. Collectieve ontzorging kan bovendien de snelheid en eenvoud van de uitrol vergroten, zonder dat dit ten koste gaat van het wooncomfort. Ook is er bij collectieve systemen minder risico op onvoldoende aansluitcapaciteit van het elektriciteitsnet. Verder is gebleken dat bronnen op grotere afstand, zoals geothermie en RWZI, een aanzienlijke afname nodig hebben om rendabel te zijn.

Dit onderzoek biedt een doorkijk naar de toekomst van een breder warmtenet voor Veghel, vergelijkbaar met initiatieven in steden zoals Eindhoven. De rol van woningbouwcorporatie Area is hierin cruciaal, en de gevolgen van deze uitrol voor het elektriciteitsnet zijn meegenomen in het masterplan voor Duurzame Warmte Veghel.